Peter Guidi (1949) werd geboren in Schotland als zoon van Italiaanse ouders. Op zijn elfde hoorde hij bij toeval een bebop nummer voorbij komen in het radioprogramma ‘Blues in the Night’ van de BBC en hij was meteen verkocht. Hij wist een klarinet te bemachtigen en leerde zichzelf klarinet spelen. Na vele omzwervingen kwam hij in Nederland terecht, waar hij in 1989 de jazzafdeling van de muziekschool Amsterdam oprichtte. Hij is daar dirigent en bandleider van diverse workshops en twee big bands, waarvan de Jazzmania het hoogste niveau vertegenwoordigt. Deze band bracht inmiddels drie cd's uit en speelt regelmatig op big band festivals in binnen- en buitenland. In totaal wonnen Jazzmania en de andere workshop bands 29 prijzen.
Uit de keuken, op het podium
“Ik heb mijn hart gevolgd, ik wist zeker dat muziek mijn leven was. Hoewel
mijn vader nu mijn grootste fan is, wilde hij vroeger graag dat ik in zijn
voetsporen zou treden als eigenaar van verschillende restaurants. Ik werkte
daar 18 uur per dag, maar tussendoor speelde ik in de keuken, en in de pauzes
ging ik naar allerlei jamsessies. Toen mijn moeder ziek werd en overleed,
heb ik besloten om voor 100% de muziek in te gaan. Ik ben naar Milaan getrokken
in de hoop daar werk als muzikant te vinden.
Ik heb alles op het podium geleerd, dat is de beste leerschool. Ik heb veel
moeten bluffen om een gig te krijgen, en als me dat dan was gelukt ging ik
heel hard oefenen om ook echt goed te kunnen spelen op zo'n gig. Met het
trio van pianist Guido Manusardi heb ik twee jaar lang zes avonden per week
gespeeld.Toen ik bij hem begon, vroeg hij me of ik prima vista akkoorden
van C naar Eb (voor altsaxofoon) kon transponeren. Ik zei natuurlijk van
wel, maar dat was grootspraak. Ik speelde in eerste instantie de akkoorden
gewoon op mijn gehoor, en dat ging vrij goed. Verder ging ik net zo hard
oefenen totdat ik prima vista zowel naar Eb als naar Bb kon transponeren.
Manusardi heeft nooit doorgehad dat ik dat niet al vanaf het begin zo deed.
Alleen één keer speelde ik in plaats van het Ab akkoord F mineur.
Manusardi zei tegen het publiek dat ik mijn oren kennelijk alleen maar had
om mijn bril op te houden. Sindsdien zal ik nooit meer het verschil tussen
een Fm en een Ab akkoord vergeten. Die twee jaar waren de beste leerschool
die ik me kon wensen. Zoals Albert Einstein al zei: “De enige ware
kennis is ervaring. Al het andere is slechts informatie.”
Vandaag geldt dit nog meer dan in de tijd van Einstein, met de overvloed
aan informatie die we op ons afkrijgen via boeken, televisie en internet.”
Workshops en Jazzmania Big Band
“Ik vind het heel belangrijk dat kinderen al zo jong mogelijk podium ervaring
opdoen. De workshops die ik leid bij de Muziekschool Amsterdam zijn toegankelijk
vanaf 10 jaar. Er zijn 7 workshops, 5 ensembles en twee big bands. In samenwerking
met het Conservatorium van Amsterdam zijn we dit jaar ook gestart met het
Muzieklyceum. Het programma bestaat uit een combinatie van het lespakket
van de muziekschool met lessen op het conservatorium. De bedoeling is dat
er een wisselwerking ontstaat tussen conservatorium en Muzieklyceum. Aan
de ene kant kunnen de leerlingen van het muzieklyceum doorstromen naar het
conservatorium, aan de andere kant kan het conservatorium jonge kinderen
naar het muzieklyceum doorsturen. Er is namelijk geen afdeling voor kinderen
op het conservatorium. De workshops hebben trouwens ook de functie dat ze
jonge mensen kennis laten maken met jazz. Op de radio of op televisie zullen
ze dat niet zo gauw te horen krijgen. Het zijn trouwens niet alleen kinderen
die aan de workshops meedoen, er is een groot aantal volwassenen van alle
leeftijden. De Jazzmania Big Band is het hoogste niveau, vanuit daar kunnen
de muzikanten doorstromen naar het conservatorium of hun eigen band oprichten.
Een aantal ex -bandleden heeft de New Generation Big Band opgericht.
We maken voor de Jazzmania Big Band zoveel mogelijk gebruik van Nederlandse
arrangeurs. Op de laatste cd Further Impressions staan arrangementen van
Henri Gerritsen, Johan Plomp, Jan Wessel en Rob Madna. Ook als bandleden
zelf een arrangement maken proberen we daar wat mee te doen. De band moet
een vitrine zijn voor alle talenten van de afzonderlijke bandleden. Het samenspelen
en goed naar elkaar luisteren is belangrijk, maar bij het soleren moet de
nadruk liggen bij de individualiteit van de solist.
Omdat ik alles zelf al doende geleerd heb, kan ik als docent alle goede tips
en truuks van de straat geven. Dat voegt denk ik wel wat toe aan de officiële
theorie.”
Van Milaan naar Amsterdam
“Tijdens een tour met de band van drummer Roberto Haliffi en pianist Sonny
Taylor kwamen we in het begin van de jaren tachtig Amsterdam terecht. De
menselijke dimensies van de stad en de sfeer spraken me heel erg aan, en
ik besloot te blijven. Er waren toen ook heel veel jazzcafé 's en
clubs waar je als muzikant betaald kon spelen, zoals Jazzland, Bourbon Street
en Parker's. Op dat moment werden in Milaan juist veel leuke kleine clubjes
gesloten. Milaan was het financiële centrum van Italië geworden
en het centrum voor mode voor heel Europa. Als gevolg daarvan werd de kunstenaarswijk
Brera, ooit het Montmartre van Milaan, steeds meer een yuppenwijk. Club 2, één
van de meest bekende jazzclubs van Milaan, is nu een soort discotheek geworden.
Helaas zie je dat nu ook in Amsterdam de horeca zich voor een steeds groter
deel richt op oppervlakkig toerisme. Als er een bruin café sluit,
komt er een hardrock café voor in de plaats. Een vriend van mij is
terug gegaan naar zijn geboorteland Ierland. Toen ik hem vroeg waarom zei
hij: “daar zijn tenminste niet zoveel Ierse pubs als hier in Amsterdam!”.”
Het Nederlandse jazz klimaat
“De kwaliteit van de Nederlandse jazz is heel hoog. Er is een goede onderwijsstructuur,
maar er zijn veel te weinig podia. Naast subsidie aan bepaalde projecten
te geven, zou het goed zijn om elk jaar één nieuw podium te
creëren. Vaak vraag ik hier aan café eigenaars of ze het niet
leuk zouden vinden om af en toe een band te laten spelen, maar dan leggen
ze uit dat ze geen geld hebben voor de vereiste geluidsisolatie of voor een
installatie. Waarom geeft de overheid geen rentevrije leningen om meer jazzclubs
te creëren? Zoals het nu gaat, komen er steeds meer groepen en muzikanten
en steeds minder podia: dat is de formule voor een ramp. Van alle jazzclubs
die Amsterdam in de jaren tachtig rijk was zijn nu eigenlijk alleen het Bimhuis
en Café Alto over. Dat heeft ook te maken met het beleid van de afgelopen
25 jaar. Alleen het Bimhuis kreeg subsidiegeld, andere clubs kregen dat niet.
Terwijl een club als Parker's bijvoorbeeld zeven dagen per week jazz had
en de musici goed betaalde. In Denemarken en Zweden, waar meer podia worden
gesubsidieerd en waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende
stijlen in jazz, zijn er tien keer zoveel jazzpodia als hier.
In het huidige politieke klimaat moet iedereen zich goed realiseren dat alles
wat weg bezuinigd wordt nooit meer terugkomt. Er gaat enorm veel expertise
verloren en er komt geen nieuwe structuur voor in de plaats. De beslissingen
die nu genomen worden hebben een desastreus effect op de toekomst.
Op zich zijn we als jazz musici op de goede weg, onder andere door het grote
succes van Nederlandse musici in het buitenland. Het is vooral belangrijk
om de krachten te bundelen en om met één stem te praten. Vroeger
heerste nogal eens de gedachte dat met name de vrije geïmproviseerde
jazz kunst was en in aanmerking kwam voor subsidie, en de rest niet. Die
gedachte moeten we laten gaan, het is allemaal kunst, de mainstream jazz
net zo goed als de free jazz. We moeten samenwerken om alle stijlen van jazz
te stimuleren. De jazz werkgroep van de Nederlandse Toonkunstenaarsbond,
waar ik aan deelneem, probeert al jarenlang het idee van “eenheid is
kracht” uit te dragen. We hopen daarmee ook de subsidiestructuur breder
en transparanter te maken.”
Europa versus Amerika
“Het stoort me dat op Europese jazz festivals vooral de Amerikaanse namen
aandacht krijgen. Alsof Europese jazz musici tweederangs burgers zijn. Het
zou goed zijn als de Europese musici op hun eigen festivals konden spelen
en met elkaar in contact konden komen. Helaas is er heel weinig uitwisseling
tussen Europese jazz musici. In 1997 heb ik in samenwerking met de Nederlandse
Toonkunstenaarsbond en met de Federatie van Internationale Muziekbonden een
Euro Big Band samengesteld, waar we mee in het Europarlement van Straatsburg
hebben gespeeld om aandacht voor de positie van de jazz in Europa te vragen.
Dat heeft er mede toe bijgedragen dat de Europese Unie sinds 1998 het Swinging
Europe project van het European Youth Orchestra steunt. Het European Youth
Orchestra, onder artistieke leiding van Erik Moseholm, bestaat uit leerlingen
van verschillende Europese conservatoria. Elk jaar wordt er een gastdirigent/componist
uit een ander Europees land aangesteld. In 2001 was dat Benjamin Herman.
Het orkest komt één maand per jaar bij elkaar voor repetities
en een toer door een aantal Europese landen. Het project heeft als doel de
diversiteit van het Europese jazz erfgoed te promoten.”
Carrière als solist
“Het geregel en georganiseer rond de workshops, de Big Bands en het Muzieklyceum
is wel een beetje ten koste van mijn carrière als solist gegaan. Maar
in het voorjaar van 2005 komt er eindelijk weer een nieuwe cd van mij uit
bij Munich Records. De cd zal uit voornamelijk nieuwe eigen composities bestaan.
Ik weet nog niet wie er verder op de cd zullen gaan meespelen, ik heb wel
al wat gesprekken gehad met Jesse van Ruller. Ik zal op de cd zowel saxofoon
als dwarsfluit spelen. Er is niet echt een reden voor dat ik de laatste tijd
voornamelijk op dwarsfluit speel, misschien komt het omdat ik vooral dingen
schrijf die goed klinken voor fluit. En als ik met mijn big bands speel,
krijgen de bandleden al alle saxofoonsolo's. Dan ga ik zelf niet ook een
saxofoonsolo spelen, maar pak ik liever de fluit om het geheel een andere
klankkleur te geven.”
Inspiratiebronnen in de Nederlandse jazz
“Nederland heeft geweldige jazz pianisten, zoals Cees Slinger, Rob van
Kreeveld en Rob van Bavel. John Engels vind ik een fantastische drummer. Ik bewonder
Henk Meutgeert voor wat hij doet als bandleider van het Jazz Orchestra of
the Concertgebouw. En dan is er Benjamin Herman, die met de New Cool Collective
veel jonge mensen enthousiast maakt voor jazz. De jazz bij de mensen brengen,
dat is waar het om gaat!”
Selecte discografie
1977 Guido Manusardi Quartet
Namymanu (Atlantic T 50509)
1983 Rene van Helsdingen Quartet
Motivation (Munich BM 150232)
1984 Rene van Helsdingen Quintet
Superlighs Quintet (Munich 150245)
1985 Frank Grasso Big Band
Frank Grasso Big Band (Timeless SJP 226)
1986 Floor van Zutphen
Play On (Frascati Prod. 6814967)
1989 The Rob van Bavel Octet
Endless (Mirasound39.9037)
1990 Peter Guidi
Beautiful Friendship (Timeless Cd SJP 352)
1992 Frank Grasso Big Band
Frank Grasso Big Band (Timeless Cd SJP 226, heruitgave lp 1985)
1993 Peter Guidi
A Weaver of Dreams (Timeless Cd SJP 401)
1996 Jazzmania Big Band
Target Practice (MSA 9601)
1999 Peter Guidi
Forbidden Flute (Via Records 9920762)
1999 Carmen Gomez
Heaven is a State of Mind (Via BY971019)
2002 The Jazzmania Big Band
New Impressions (Munich Records BMCD 378)
2003 Jazz Orchestra of the Concertgebouw
30 Jaar Sesjun (Sesjun CD 0301)
2004 The Jazzmania Big Band
Further Impressions (Munich Records BMCD 458)
Visit the Netherland Jazz Archive web site: http://www.jazzarchief.nl/